2013 - Risicoanalyse in de kapperssector: hinderpalen en geïnformatiseerde tool

Hoofdthema

Risicoanalyse in de kapperssector: hinderpalen en geïnformatiseerde tool

Subthema

De risicoanalyse vormt de basis van de wetgeving van 4 augustus 1996 over het welzijn op het werk op het gebied van de preventie van beroepsrisico’s in bedrijven. De Europese kaderrichtlijn die aan de grondslag ligt van de wet over het welzijn dateert al van 1989, toch kan men constateren dat deze risicoanalyse weinig wordt toegepast. In België maar ook in andere buurlanden heeft men het over cijfers van om en nabij 25% van de bedrijven die deze analyse zouden uitvoeren. Het probleem situeert zich voornamelijk bij de kleine en middelgrote ondernemingen waar er maar weinig preventieadviseurs aanwezig zijn. In de zeer kleine ondernemingen (ZKO, minder dan 20 werknemers) is het de werkgever zelf die de functie van preventieadviseur op zich moet nemen.

De doelstellingen van de huidige opdracht is om in de bedrijven van minder dan 20 personen in de kapperssector alle hinderpalen, twijfels, terughoudendheid ten overstaan van de risicoanalyse te onderzoeken, maar ook alle factoren na te gaan die het gebruik juist aanmoedigen of dit zouden kunnen. Anderzijds is het ook de bedoeling van deze opdracht om gebaseerd op de OiRA-basistool van het Agentschap in Bilbao een geïnformatiseerde tool te ontwikkelen die een ondersteuning kan zijn bij de risicoanalyse in deze sector.

Timing

2011-2013

Opdrachtgever

Directie van het onderzoek over de verbetering van de arbeidsomstandigheden (DiOVA)

Onderzoeksteam

PREVENT : Lieven Eeckelaert, Bram Schittecatte, Karla Van den Broek, Rik Op De Beeck

Onderzoeksopzet

Doelstelling

Het onderzoek dat Prevent uitvoerde in opdracht van de FOD WASO kaderde in het project ‘Risicoanalyse in de kapperssector: hinderpalen en geïnformatiseerde tools’. Het doel was om na te gaan welke factoren de risicoanalyse in de kapperssector kunnen hinderen of stimuleren en uiteindelijk te komen tot een aangepaste risicoanalyse-instrument op basis van de webapplicatie OiRA.

Om de behoeften van de kapperssector te kennen werd eerst een schets gemaakt van de socio-economische situatie van de kappers. Nadien werd aan de hand van literatuuronderzoek nagegaan met welke risico’s kappers in Europa en België geconfronteerd worden en hoe daarmee wordt omgegaan. Voor het laatste deel van het onderzoek werden enquêtes en interviews afgenomen bij Belgische kappers en de stakeholders.

Het project werd uitgevoerd in samenwerking met en ondersteuning van een begeleidingscomité, bestaande uit partners/experten uit of met ervaring met de Belgische kapperssector: de sociale partners van het Paritair Comité 314 (UBK/UCB en de vakbondsorganisaties ACV-CSC, ABVV-FGTB, ACLVB-CGSLB), het onderwijs, de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk (Co-Prev) en arbeidsgeneesheren (B.B.v.Ag.), DETIC en FOD WASO). In de loop van het project vonden vier vergaderingen plaats. Tijdens deze vergaderingen werden de voortgang en de resultaten voorgesteld, besproken en bediscussieerd. Op die manier konden de aanpak en de OiRA-tool worden bijgestuurd.

Resultaten

Kapperssector in cijfers

De Belgische kapperssector telt zo’n 4.200 werkgevers, met zo'n 11.100 werknemers (loontrekkenden). Hiervan werkt zo'n 57% in Vlaanderen, 30% in Brussel en 13% in Wallonië. Meer dan de helft van de werknemers werkt deeltijds. Naast de kapsalons met personeel, zijn er in België ook nog zo'n 13.000 artisanale kappers (kappers zonder medewerkers) aan de slag.

In de meeste gevallen gaat het om zeer kleine ondernemingen (ZKO) met minder dan 10 medewerkers. Gemiddeld zijn er 2-3 medewerkers per kapsalon. Meer dan 75% van de werknemers in kapsalons is werkzaam in dergelijke microvestigingen, en bijna 60% in kapsalons met minder dan vijf medewerkers.

De kappersstiel is hoofdzakelijk een vrouwenzaak. Bijna 90% van de kappers zijn werkneemsters. De kapperssector wordt bovendien gekenmerkt door een jong werknemersbestand: de helft is jonger dan 30 jaar en een vijfde jonger dan 25 jaar. Ook opmerkelijk is dat 85% jonger is dan 45 jaar.

Binnen de sector is er een grote in- en uitstroom: jaarlijks komt er 25% werknemers bij en stopt ongeveer 25% er ook mee. Een derde van de starters valt uit na het eerste tijdelijke contract. Kapper is dan ook een knelpuntberoep. De redenen die het vaakst worden aangehaald zijn de ongunstige arbeidsvoorwaarden en –omstandigheden en relaties: laag loon, ongezond en zwaar werk, ongunstige werkuren, ongunstig takenpakket en een slechte relatie met de werkgever.

Arbeidsongevallen en gezondheidsklachten

Er zijn slechts weinig specifieke gegevens beschikbaar over het aantal of de aard van de arbeidsongevallen en –ziektes in de kapperssector. Het Fonds voor de Beroepsziekten (FBZ) heeft wel cijfers van het aantal nieuwe gevallen van beroepsziekten die voor de sector erkend werden tussen 2007 en 2011. Het gaat in totaal om 114 nieuwe gevallen. Dit zijn hoofdzakelijk werkgerelateerde huidziekten (bijna 80%).

Welzijnsbeleid voor kappers: EU: naar een Framework Agreement en België: naar een CAO

Naast de Europese richtlijnen en nationale wetgevingen betreffende veiligheid en gezondheid op het werk, werd het voorbije decennium heel wat gedaan om de gezondheid van de medewerkers in kapsalons te beschermen en de toekomst van de sector te vrijwaren.

De Europese sociale partners beslisten nog een stap verder te gaan en een raamovereenkomst (Framework Agreement) te onderhandelen. Deze overeenkomst werd in april 2012 ondertekend en is van toepassing op alle werkgevers en werknemers in de sector. Het doel is om een integrale benadering van de bescherming en verbetering van de veiligheid en gezondheid in de kapperssector te ondersteunen.

In België vormde de European Framework Agreement de basis voor de gelijkaardige Belgische collectieve arbeidsovereenkomst (CAO 2012/31400/71) betreffende de preventie van gezondheidsrisico’s in de kapperssector. Deze cao werd op 25 januari 2012 afgesloten tussen de sociale partners (Paritair Comité voor het Kappersbedrijf en de Schoonheidszorgen n°314), en werd uiteindelijk ook algemeen verbindend verklaard door het Koninklijk Besluit van 20 februari 2013 (BS van 23 mei 2013).

De CAO legt ook de nadruk op het belang van de risicoanalyse die als basis moet dienen van het preventiebeleid.

Sectoronderzoek

In totaal werden 65 vragenlijsten ingevuld. Daarnaast werden nog eens 23 interviews afgenomen. In totaal waren er dus 88 respondenten uit zowel Vlaanderen, Brussel als Wallonië. Ongeveer 60% van de respondenten waren zaakvoerders, 30% waren werknemers en 6% was kapper in opleiding. 70% was vrouw. De meeste respondenten (ongeveer 50%) werkte in een kapsalon met een tot vier werknemers, een derde werkte met meer dan vier medewerkers en een vijfde was zelfstandige (zonder personeel).

Op de vraag of in het kapsalon een risicoanalyse werd uitgevoerd antwoordde bijna 70% negatief. Dit geldt zowel voor zaakvoerders/zelfstandigen als werknemers. In de kapsalons waar wel een risicoanalyse werd uitgevoerd werd dit voornamelijk gedaan door de externe dienst. Slechts in vijf gevallen gaf men aan dat de medewerkers zelf de risicoanalyse hadden gedaan. In kapsalons waar nog nooit een risicoanalyse werd gedaan, geeft een meerderheid aan dat “ze niet zouden weten hoe eraan te moeten beginnen” (23x) of “dat het niet nodig is in het kapsalon” (10x).

De stakeholders bevestigden dat kappers vaak niet weten wat een risicoanalyse inhoudt en dat de meesten er nog nooit een uitgevoerd hebben. Ze wijzen er wel op dat de term ‘risicoanalyse’ de kappers misschien afschrikt en dat, gezien de risico’s in alle kapperszaken veelal dezelfde zijn, het aangeraden is om te focussen op de effectieve maatregelen die kunnen genomen worden in de praktijk.

Ontwikkeling van 'OiRA Kappers'

Recent heeft het Europees Agentschap voor Veiligheid en Gezondheid op het Werk (EU-OSHA) de online tool OiRA (Online interactive Risk Assessment, www.oiraproject.eu) gelanceerd dat zich specifiek richt naar de (zeer) kleine onderneming. Het Agentschap stelt de OiRA-webapplicatie ter beschikking van sociale partners en nationale overheidsinstanties van de lidstaten om risicoanalyse-instrumenten voor specifieke (deel-)sectoren uit te werken en te verspreiden.

Alle OiRA-tools zijn op dezelfde manier opgebouwd. Na het inloggen wordt de eindgebruiker (het bedrijf) door vijf stappen geloodst:

  1. Voorbereiding: de eindgebruiker maakt aan de hand van een inleidende tekst kennis met het instrument.
  2. Identificatie: de eindgebruiker overloopt de risico’s/problemen en antwoordt met ‘ja’ of ‘neen’ (of ‘niet van toepassing’).
  3. Evaluatie: de eindgebruiker evalueert de risico’s voor elk probleem/risico dat werd opgemerkt. Dit gebeurt aan de hand van een schatting (hoog-gemiddeld-laag) of via een berekening (waarschijnlijkheid, frequentie, ernst).
  4. Actieplan: de eindgebruiker stelt een actieplan op met maatregelen om alle vermelde risico’s te behandelen.
  5. Rapport: het actieplan wordt een rapport dat kan worden gedownload.

Alvorens te beginnen met het ontwerp van de structuur van 'OiRA Kappers', werd er eerst een overzicht gemaakt van de structuur en inhoud van de geïnventariseerde informatie en van de instrumenten uit binnen- en buitenland. CAO 2012/31400/71 vormde de basis van wat minimaal moest worden opgenomen.

Het risicoanalyse-instrument werd in zeven modules onderverdeeld, gebaseerd op de verschillende risico’s die in de werkplek voorkomen: kapperscosmetica, huidbescherming, inrichting en onderhoud van het salon, meubilair en werkhouding, kappersmaterieel en kledij, organisatie van het werk, en personeel & preventie.

Besluit

De kapperssector wordt duidelijk geteisterd door verschillende arbeidsrisico’s. Het concept (en de wettelijke vereiste) 'risicoanalyse' is echter amper gekend en wordt slechts in erg beperkte mate uitgevoerd (in hoofdzaak door de externe diensten).

In het eindrapport van het project gaven de onderzoekers van Prevent nog mee wat de belangrijkste moeilijkheden en uitdagingen waren en zijn bij het ontwikkelen van een OiRA-instrument. Zo bleek het niet altijd eenvoudig om de juiste balans te vinden tussen volledigheid en duidelijkheid (zorgen dat alle/de meeste risico’s aan bod komen en duidelijk beschreven staan) en gebruiksvriendelijkheid (korte teksten, korte zinnen, duidelijke taal,…). De taal in OiRA-instrumenten moet gemakkelijk te begrijpen zijn, zonder nood aan interpretatie. Bij het verwijzen is het belangrijk om benamingen te gebruiken waarmee de bedrijven vertrouwd zijn en die door hen gewoonlijk worden gebruikt.

De OiRA voor kappers is voor iedereen, uit alle sectoren, toegankelijk via de link https://client.oiraproject.eu
Het volstaat om je gratis te registreren.

Publicaties

Eindrapport

Risicoanalyse in de kapperssector: Hinderpalen en geïnformatiseerde tools, 2013 (PDF, 2.43 MB)
Auteurs: Lieven Eeckelaert, Karla Van den Broek, Marie-Noëlle Rasson, Bram Schittecatte, Odette Wlodarski

Samenvatting van het eindrapport

Risicoanalyse in de kapperssector, 2014 (PDF, 255.45 KB)
Auteurs: Lieven Eeckelaert, Karla Van den Broek, Marie-Noëlle Rasson, Bram Schittecatte, Odette Wlodarski

Bijkomende inlichtingen

Indien u meer informatie wenst over dit onderzoek of de publicaties, neem dan contact op met de Directie van het Onderzoek over de Verbetering van de Arbeidsomstandigheden (DIOVA), E. Blerotstraat 1 - 1070 Brussel, alain.piette@werk.belgie.be.