Hoofdthema
Ontwikkeling van een datawarehouse die de Belgische gegevens bevat inzake arbeidsomstandigheden
Subthema
De gegevens over de arbeidsomstandigheden in België zijn cruciaal om het beleid en de nationale strategie terzake te kunnen ontwikkelen en sturen : omvang en doeltreffendheid van de aangewende middelen voor de preventie, voor gerichte sensibilisatie- en inspectiecampagnes, voor de organisatie van colloquia en informatiedagen en in overeenstemming met de realiteit op het terrein… Deze gegevens staan toe om de evolutie van de arbeidsomstandigheden in de loop van de jaren te tonen, maar ook de opkomst en de oorsprong van nieuwe risico’s. Op die manier kan dit een belangrijk nationaal onderzoek worden.
Doelstellingen
De centrale doelstelling van dit project is pistes aan te reiken die kunnen leiden tot een betere ontsluiting en integratie van de bestaande gegevens met betrekking tot ‘Arbeidsomstandigheden – Kwaliteit van de Arbeid’. Meer in detail zijn de specifieke objectieven voor dit exploratief onderzoek de volgende:
- het identificeren en beschrijven van relevante databanken
- het identificeren van relevante actoren, met name personen en instellingen die in het bezit zijn van gegevens of over relevante expertise beschikken
- het opzetten van een kader voor een zinvolle verbinding van de beschikbare gegevens in een datawarehouse en/of datamanagement systeem
- het opzetten van een plan voor toekomstige gegevensanalyse in het kader van (1) kwaliteitsverificatie; (2) crossvalidering tussen databanken en (3) het ontwikkelen van basisindicatoren (benchmarking) en hun beschrijving.
Timing
2011-2013
Opdrachtgever
Directie van het onderzoek over de verbetering van de arbeidsomstandigheden (DiOVA)
Onderzoeksteam
VUB, Interface demgraphy - Vakgroep Sociologie: Prof Dr. Christophe Vanroelen
VUB, Vakgroep Maatschappelijke Gezondheidzorg: Prof Dr. Pascale De Quint
Onderzoeksopzet
Met bovengenoemde, gedetailleerde doelstellingen als leidraad werd overgegaan tot het in fasen uitvoeren van de verschillende onderdelen van het onderzoek.
Een eerste fase leidde tot de identificatie en oplijsting van relevante databronnen (zowel registratiegegevens als surveydata). Iedere opgelijste gegevensbron werd in eerste instantie gescreend op de algemene technisch-administratieve karakteristieken van die databank. Er werd tevens overgegaan tot het identificeren van de ‘relevante’ partners.
In een tweede fase werd ook de inhoud van de databanken uitgebreid gescreend. Dit gebeurde aan de hand van een eigen vooraf geëxpliciteerd conceptueel model voor ordening van de betrokken informatie.
Hierbij werden drie hoofdcategorieën (in subcategorieën opgedeeld) gehanteerd:
- determinanten van de kwaliteit van de arbeid of arbeidsgebonden risico’s
- (sociaal-demografische) achtergrondkenmerken van individu en organisatie
- gevolgen voor het welzijn en de gezondheid van de individuele werknemer.
In een derde fase werd een blauwdruk voor de structuur van het datawarehouse ontwikkeld. Hierbij werd zoveel mogelijk uitgegaan van de mogelijkheden van de bestaande databanken en structuren en hun huidige links. De mogelijkheid tot het creëren van nieuwe links met nog niet verbonden databanken werd geëvalueerd.
Tijdens de oefening werd ook aandacht besteed aan de huidige troeven, lacunes en knelpunten, wat overeen komt met de vierde doelstelling van de studie.
Tenslotte werd in de vijfde fase een plan ontwikkeld voor eerste analyses op basis van de structuur voor het geïntegreerde datakader. Ook hier werd tijd genomen voor de identificatie van de mogelijke te verwachten knelpunten en kwaliteitsproblemen.
Resultaten
Een lijst van relevante gegevensbronnen werd opgemaakt en gevalideerd. In deze lijst werd ook een prioritaire orde aangelegd. Als criteria golden hierbij ‘omvattendheid van de aanwezige informatie’, ‘ouderdom van de gegevens’ (meest recent), ‘wijze van gegevensverzameling’ (registratie boven survey, wegens linkbaarheid van de data), ‘aggregatieniveau van de informatie in de databank’.
Per weerhouden databank werd een synthesefiche opgesteld waarin de volgende zaken op gestructureerde wijze werden opgenomen: (1) metadata over de databank zelf, (2) variabelen die betrekking hebben op de determinanten van de kwaliteit van de arbeid (risicofactoren), (3) achtergrondkenmerken van individu en organisatie en (4) gevolgen voor het welzijn en de gezondheid van individuele werknemers. De werkwijze via synthesefiches liet toe zowel eigenschappen als inhoud van de databanken onderling vergelijkbaar weer te geven. De fiches werden aan de opdrachtgever ter beschikking gesteld.
Conclusie
De voornaamste vragen die rijzen in verband met de ontwikkeling van een datawarehouse Arbeidsomstandigheden, hebben betrekking op de uniformisering van de gegevensverzameling. Dit is immers een noodzakelijke voorwaarde om tot de koppeling van gegevens te kunnen overgaan, maar het is tegelijk het vlak waarop er nog veel hindernissen te nemen zijn. Voor de overheid is hier een belangrijke, sturende rol weggelegd. Het lijkt hierbij aangewezen om stap voor stap tewerk te gaan. De datastructuur van de bestaande Kruispuntbank Sociale Zekerheid lijkt het logische universum om voor een dergelijke koppeling als basis te dienen. Hieraan kunnen – zoals in dit rapport werd uiteengezet – verschillende externe databanken verbonden worden. Dit kan op verschillende abstractieniveaus: de individuele werknemer en het bedrijf waarin hij/zij is tewerkgesteld.
Een bijzondere uitdaging betreft de “carrièrelange” opvolging van beroepsgebonden gezondheidsrisico’s. Vandaag de dag is de levenslange carrière bij één onderneming voor de meeste werknemers verleden tijd. Een behoorlijk aantal werknemers wisselt regelmatig van werkgever. Een gecoördineerde opvolging en registratie van risico’s over de carrière is een hele uitdaging, doch erg nuttig met betrekking tot het in kaart brengen van de levenslange blootstelling – onder andere in het kader van de erkenning van eventuele beroepsziekten.
Tenslotte lijken alle stakeholders het erover eens dat moet worden toegezien op het onder controle houden van de financiële en de administratieve belasting voor de verschillende actoren bij ieder nieuw initiatief in het kader van gegevensintegratie. Een datawarehouse moet hier vooral efficiëntie introduceren op de langere termijn, maar vraagt op korte termijn ook inspanningen. Hier dient gestreefd te worden naar een situatie waarbij de kosten voor de verschillende actoren in evenwicht zijn met de baten van de ontwikkeling van een datawarehouse.
Publicaties
Ontwikkeling van een datawarehouse dat de Belgische gegevens bevat inzake arbeidsomstandigheden, eindrapport, Prof. Dr Christophe Vanroelen, Prof. Dr Patrick Deboosere, Prof. Dr Pascale De Quint, Prof. Dr Anne-Marie Depoorter, Anne Van Outryve, Karen Van Aerden, juni 2013
Bijkomende inlichtingen
Indien u meer informatie wenst over dit onderzoek of de publicaties, neem dan contact op met de Directie van het Onderzoek over de Verbetering van de Arbeidsomstandigheden (DIOVA), E. Blerotstraat 1 - 1070 Brussel, alain.piette@werk.belgie.be.