Hoofdthema
Onderzoeken en herzien de financiering van de preventieopdrachten van de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk
Subthema
De wet van 4 augustus 1996 en haar uitvoeringsbesluiten geven aan de werkgevers algemene en specifieke opdrachten inzake preventie en bescherming van de werknemers, meer bepaald inzake welzijn op het werk. De financiële kosten van deze preventie zijn uitsluitend ten laste van de werkgever. De regelgeving voorziet, naargelang de aanwezigheid en de bevoegdheden van de preventieadviseurs in de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk, de verplichting voor de werkgever om, door middel van een overeenkomst, bijkomend een beroep te doen op een externe dienst voor preventie en bescherming op het werk. Deze contractuele aanstelling wordt bezoldigd volgens een forfaitair gereglementeerde tarifering.
Timing
2009-2010
Opdrachtgever
Directie van het onderzoek over de verbetering van de arbeidsomstandigheden (DiOVA)
Onderzoeksteam
Université de Liège, Santé au travail et Education pour la santé, Pr Philippe Mairiaux, Mme Anne Chanteux (HEC-ULg), Mme Bernadette Delwick, Dr Eveline Schleich
Onderzoeksopzet
Het onderzoek maakt een volledige gedetailleerde financiële analyse mogelijk van de toestand van de 15 EDPBW op basis van de gegevens van 2007.
De analyse van kosten en producten liet o.a. toe de omzetcijfers uit te splitsen over medisch toezicht (MT) en risicobeheer (RB).
Op basis van de operationele gegevens van 2007 en van de geschatte ideale uitvoeringstijden met de hulp van de EDPBW om hun taken (gezondheidsbewaking, deelname aan de Comité voor preventie en bescherming op het werk (CPBW), analyse van zware ongevallen, psychosociale belasting, bezoeken aan de arbeidsplaatsen) uit te voeren, werd een vergelijking gemaakt tussen de huidige kosten en die onder ideale voorwaarden.
Die vergelijking en, meer bepaald, het vaststellen van de ideale uitvoeringstijden lieten toe scenario’s uit te denken voor alternatieve financiering van de EDPBW.
Resultaten
De voornaamste conclusies van het verslag luiden als volgt:
Het onderzoeksteam heeft geprobeerd om zo goed mogelijk in te gaan op de echte uitdaging die de haar toevertrouwde opdracht vormde. Het ging er immers om het gebrek aan gestandaardiseerde bij de overheid beschikbare gegevens over zowel de financiële als de operationele aspecten van de diensten voor preventie en bescherming op het werk te overwinnen.
De toetsing van de ingezamelde gegevens enerzijds voor de financiële rekeningen van de diensten en anderzijds voor het operationele deel van hun activiteiten maakte het mogelijk met betrekking tot de sector een database met cijfers aan te leggen, die waarschijnlijk zonder voorgaande is, zowel door de nauwkeurigheid ervan als door de omvang van het bestreken informatieveld. Voor ons is het duidelijk dat dit verslag maar gedeeltelijk de rijkdom weergeeft van de op die wijze verzamelde informatie.
Wij zijn echter van mening dat elk aanvullend analyseprogramma zou vereisen dat de toezichthoudende overheid, de sociale partners en de spelers van de sector definiëren waarin de opdrachten inzake evaluatie en risicobeheer moeten bestaan, en dit rekening houdend met onder meer de omvang van de ondernemingen. Hoewel andere scenario’s inzake de financiering en de organisatie van de opdrachten zouden moeten worden bestudeerd, zouden zij eerst het voorwerp moeten zijn van een overleg tussen de betrokken spelers om via een consensus de hervormingspistes te definiëren, die vooraf moeten worden bestudeerd.
Al die gegevens en deze, voornaamste, conclusies zijn belangrijk en vormen kostbare hulpmiddelen om de doelstellingen die in de nationale strategie, in het raam van project 1 van programma I, bepaald werden, nl. het versterken van de doeltreffendheid van de preventiediensten en van hun acties, te realiseren.
Publicatie
Bijkomende inlichtingen
Indien u meer informatie wenst over dit onderzoek of de publicaties, neem dan contact op met de Directie van het Onderzoek over de Verbetering van de Arbeidsomstandigheden (DIOVA), E. Blerotstraat 1 - 1070 Brussel, alain.piette@werk.belgie.be.