Nieuwe regels voor de kwaliteit van de binnenlucht in werklokalen

Gepubliceerd op

Het koninklijk besluit van 2 mei 2019 tot wijziging van de codex over het welzijn op het werk inzake de binnenluchtkwaliteit in werklokalen werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 21 mei 2019. Het treedt in werking op 31 mei 2019.

Principes van de binnenluchtkwaliteit

Het koninklijk besluit van 2 mei 2019 voegt een nieuwe definitie toe aan de codex, namelijk die van werklokaal. Dit begrip wordt gedefinieerd als een lokaal waarin zich een werkpost bevindt.
 
Bovendien wijzigt het de artikelen III.1-34 en III.1-36 van de codex, die betrekking hebben op de ventilatie van arbeidsplaatsen.
 
Het algemene principe bestaat erin dat werknemers over een goede binnenluchtkwaliteit moeten beschikken. Dit is ruimer dan de vroegere doelstelling, waarbij alleen ‘voldoende verse lucht’ als criterium gold, maar niets werd gezegd over het aanpakken van verontreinigingsbronnen.
 
Om de verontreiniging bij de bron te kunnen aanpakken, is de werkgever ertoe gehouden een risicoanalyse uit te voeren van de binnenluchtkwaliteit. Er worden verschillende verontreinigingsbronnen vermeld waarmee de werkgever rekening moeten houden: de aanwezigheid en fysieke activiteit van personen, de in de werklokalen aanwezige producten en materialen, het onderhoud, het herstel en de reiniging van de arbeidsplaatsen en tenslotte de kwaliteit van de aangevoerde lucht als gevolg van infiltratie en ventilatie, verontreiniging en werking van het ventilatie-, luchtbehandelings- en verwarmingssysteem.
 
De werkgever moet de nodige technische en/of organisatorische maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat de CO2-contentratie in de lokalen gewoonlijk lager is dan 900 ppm. Dit stemt overeen met een minimum ventilatiedebiet van 40m3 per uur per aanwezige persoon. De parameter van 900 ppm is gebaseerd op een CO2-concentratie van 500 ppm boven een (algemeen aanvaarde) gemiddelde buitenconcentratie van 400 ppm.
 
Als de werkgever echter op basis van de risicoanalyse kan aantonen dat de werknemers een gelijkwaardige of betere bescherming genieten als gevolg van het uitschakelen of verminderen van zoveel mogelijk verontreinigingsbronnen, dan volstaat het dat de CO2-concentratie in de werklokalen gewoonlijk lager is dan 1200 ppm, of dat er een minimum ventilatiedebiet is van 25m3 per uur per aanwezige persoon.
 
Voor bestaande gebouwen die nog niet aan deze normen kunnen voldoen, moet een actieplan worden opgesteld om ervoor te zorgen dat men op termijn wel aan deze normen voldoet. Er moet een stapsgewijze planning opgemaakte worden om de situatie geleidelijk aan te verbeteren met maatregelen op korte, middellange en lange termijn.
 
Voor nieuwbouw (of fundamentele verbouwingen waarvoor een bouwaanvraag nodig is) na 1 januari 2020 moet de werkgever ervoor zorgen dat aan de nieuwe regels wordt voldaan.

Tenslotte wordt er een technische aanpassing aangebracht in artikel III.1-36 van de codex: de voorwaarden die specifiek voor bevochtigings- of ontvochtigingsinstallaties gelden, worden gegroepeerd in een nieuwe §2.

Praktijkrichtlijn

De basisregels opgenomen in het koninklijk besluit van 2 mei 2019 zullen verder worden uitgewerkt in een praktijkrichtlijn die gepubliceerd zal worden op de website van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.
 
Deze praktijkrichtlijn is gebaseerd op wetenschappelijk inzicht, praktijkervaring en consensus en kan mee evolueren met de stand van de wetenschap. Ze bevat aanbevelingen voor de concrete, praktische toepassing van de wettelijke principes.