Nieuw thematisch verlof voor erkende mantelzorgers

Gepubliceerd op

Er is een nieuw thematisch verlof in het leven geroepen voor werknemers die erkend zijn als mantelzorger van een zorgbehoevende persoon. De mantelzorger is de persoon die doorlopende of regelmatige hulp en bijstand verleent aan de geholpen persoon.

Concreet worden via hoofdstuk 3 van de wet van 17 mei 2019 tot erkenning van de mantelzorgers  enkele wijzigingen aangebracht aan de herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen met het oog op de invoering van een recht op een verlof voor erkende mantelzorgers. De wet van 17 mei 2019 treedt in werking op 1 oktober 2019.

De werknemer die dit nieuwe thematisch verlof wenst op te nemen moet voldoen aan de door de wet vastgestelde voorwaarden.  Meer specifiek dient hij erkend te zijn als mantelzorger overeenkomstig de bepalingen die hiertoe werden opgenomen in hoofdstuk 3 van de wet van 12 mei 2014 betreffende de erkenning van de mantelzorger. Om een erkenning als mantelzorger te bekomen dient de werknemer onder meer een vertrouwensrelatie of een nauwe, affectieve of geografische relatie te hebben opgebouwd met de geholpen persoon, dient hij een bestendig een daadwerkelijk verblijf te hebben in België en moet hij ingeschreven zijn in het bevolkings- of vreemdelingenregister. De bijstand en hulp mogen niet beroepshalve worden verleend en moeten kosteloos en in samenwerking met ten minste een professionele zorgverlener worden verstrekt.

De minister bevoegd voor sociale zaken moet nog een koninklijk besluit uitvaardigen waarin de procedure voor de aanvraag tot erkenning als mantelzorger wordt vastgesteld. Bij gebreke aan een dergelijk koninklijk besluit, kunnen werknemers dit nieuwe verlof vandaag dan ook nog niet aanvragen.  

Meer informatie over de erkenning als mantelzorger kunnen verkregen worden bij de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid.   

Bron

Wet van 17 mei 2019 tot erkenning van de mantelzorgers, B.S. 2 juli 2019.

Wettelijke basis

Herstelwet van 22 januari 1985 houdende sociale bepalingen, artikelen 100ter en 102ter.