Coronavirus: aanpassingen aan het MB van 28 oktober 2020: telethuiswerk blijft verplicht, maar vrijwillige terugkeermomenten zijn mogelijk

Gepubliceerd op
in
Theme

Het ministerieel besluit van 4 juni 2021 tot wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 betreffende noodmaatregelen ter beperking van de verspreiding van het COVID-19-coronavirus is bekendgemaakt op 4 juni 2021 en treedt in werking op 9 juni 2021.

Er zijn verschillende wijzigingen op het vlak van werk:

  • Ter herinnering: telethuiswerk blijft verplicht in alle ondernemingen, verenigingen en diensten, met inbegrip van de handelszaken, private en publieke bedrijven en diensten die noodzakelijk zijn voor de bescherming van de vitale belangen van de Natie en de behoeften van de bevolking. Deze verplichting geldt voor iedereen die er werkt, ongeacht de aard van hun arbeidsverhouding, tenzij dit onmogelijk is omwille van de aard van de functie of de continuïteit van de bedrijfsvoering, de activiteiten of de dienstverlening.
  • Niettemin kunnen bedrijven, verenigingen en diensten vanaf 9 juni terugkeermomenten plannen voor de personen die er werken en voor wie telethuiswerk verplicht is.

Deze terugkeermomenten mogen maximaal één werkdag per week per persoon bedragen. Per dag mag maximum 20% van de personen voor wie telethuiswerk verplicht is, tegelijk in de vestigingseenheid aanwezig zijn. Voor de KMO's waar minder dan tien personen werkzaam zijn, mogen maximum vijf personen van diegenen voor wie het telethuiswerk verplicht is, tegelijk in de vestigingseenheid aanwezig zijn.

Tijdens deze terugkeermomenten moeten passende preventiemaatregelen genomen worden om de regels van social distancing te garanderen en een maximaal niveau van bescherming te bieden. Deze passende preventiemaatregelen zijn veiligheids- en gezondheidsvoorschriften van materiële, technische en/of organisatorische aard, zoals omschreven in de "Generieke gids voor de bestrijding van de verspreiding van COVID-19 op het werk".
 

  • De volgende voorwaarden, die op 7 mei door de sociale partners zijn vastgesteld, moeten ook worden nageleefd:
    • het doel van deze terugkeermomenten moet zijn het psychosociaal welzijn en de teamgeest te bevorderen;
    • tussen de betrokken partijen moet een gemeenschappelijk akkoord worden bereikt over de terugkeermomenten; de betrokken personen kunnen niet worden verplicht aan deze terugkeermomenten deel te nemen;
    • zij moeten vooraf instructies krijgen over alle maatregelen die moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat de terugkeer veilig verloopt;
    • zij moeten erover geïnformeerd worden dat zij in geen geval naar de werkplek mogen terugkeren als zij zich ziek voelen, ziektesymptomen vertonen of in quarantaine zijn;
    • de werkgever mag hieraan geen gevolgen verbinden voor zijn werknemers;
    • zich verplaatsen naar en terugkeren van het werk met het openbaar vervoer tijdens piekuren of via carpooling moet zoveel mogelijk worden vermeden;
    • het besluit om terugkeermomenten te organiseren moet worden genomen met inachtneming van de sociale dialoog in de onderneming, waarbij alle voorwaarden worden gecontroleerd.
  • Een attest of ander bewijs waaruit blijkt dat men op de werkplek aanwezig moet zijn, blijft verplicht voor degenen die niet kunnen telethuiswerken. Dit attest (of bewijs) moet niet worden afgeleverd voor de terugkeermomenten.
  • De werkgevers registreren maandelijks, via het elektronische registratiesysteem dat door de Rijksdienst Sociale Zekerheid ter beschikking wordt gesteld, het totale aantal werknemers in het bedrijf per vestigingseenheid en het aantal werknemers dat een functie uitoefent die onmogelijk kan worden volbracht via telethuiswerk. Deze aangifte heeft betrekking op het aantal werknemers op de eerste werkdag van de maand en moet uiterlijk worden ingediend op de zesde kalenderdag van de maand.

Regelgeving

4 JUNI 2021. - Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken