108ste zitting van de Internationale Arbeidsconferentie (IAC) : twee belangrijke beslissingen

Gepubliceerd op
in

België, vertegenwoordigd door leden van de FOD (met onze collega's van het IGVM, van de FOD Sociale Zekerheid en van de gewesten) en de sociale partners, heeft deelgenomen aan de werkzaamheden van de 108ste zitting van de Internationale Arbeidsconferentie die heeft plaatsgevonden van 10 tot 21 juni 2019. Tijdens deze zitting werd de honderdste verjaardag gevierd van de Internationale Arbeidsorganisatie, de oudste instelling van het systeem van de VN en enig tripartiet agentschap.

De Conferentie heeft twee belangrijke beslissingen genomen: 

Aan deze zitting namen 38 staatshoofden en regeringsleiders deel onder wie Z.M. Koning Filip. Ongeveer 6300 afgevaardigden, die de regeringen, de werknemers en de werkgevers vertegenwoordigen van 178 van de Lidstaten van de IAO, alsook van de nationale en internationale niet-gouvernementele organisaties hebben als waarnemers deelgenomen aan de twee weken van werkzaamheden van de IAC.
Verscheidene thematische forums over de toekomst van de arbeid hebben plaatsgevonden in het kader van de Conferentie, in aanwezigheid van directeurs van instellingen van de Verenigde Naties, van multilaterale agentschappen en van vertegenwoordigers van hoog niveau van de regeringen, van de werknemers en van de werkgevers.
Onze collega's van de FOD hebben gedurende twee weken in verschillende Commissies zitting gehad om de Belgische standpunten te verdedigen. 

Commissie over geweld en pesterijen in het arbeidsmilieu 

De Commissie is voor het tweede opeenvolgende jaar bijeengekomen, en heeft haar werkzaamheden beëindigd met het aannemen van een nieuwe conventie die erkent dat geweld en pesterijen in het arbeidsmilieu "een schending van de mensenrechten of een inbreuk op deze rechten kunnen vormen ..., de gelijke kansen in gevaar brengen, onaanvaardbaar en onverenigbaar met waardig werk zijn". Zij definieert geweld en pesterijen als gedragingen, praktijken of bedreigingen "die als doel hebben om fysieke, psychologische, seksuele of economische schade te veroorzaken, die deze veroorzaken of kunnen veroorzaken". Zij herinnert de Lidstaten eraan dat zij de verantwoordelijkheid hebben om "een algemene omgeving met nultolerantie" te bevorderen. Deze nieuwe internationale arbeidsnorm moet de werknemers en de bedienden beschermen, ongeacht hun contractueel statuut. Zij erkent dat "de individuen die het gezag, de functies of de verantwoordelijkheden van een werkgever uitoefenen" ook kunnen worden getroffen door geweld en pesterijen. De draagwijdte van de conventie is ruim want zij is van toepassing op alle arbeidsgerelateerde plaatsen.
België was in de commissie vertegenwoordigd door Valérie Poucet (HUA) en Marijke Weewauters (IGVM). Samen met de partners van de EU hebben zij onze standpunten actief verdedigd om te komen tot de meest beschermende conventie voor de slachtoffers en die kan worden bekrachtigd voor het grootste aantal Staten. Ons land heeft de nadruk gelegd op de componenten die noodzakelijk zijn voor een beleid tegen geweld en pesterijen, namelijk: de invoering van preventiebeleid op de arbeidsplaats; een bedrijfscultuur gebaseerd op wederzijds respect; de invloed van de risicofactoren in verband met de arbeidsorganisatie en het beheer van de human ressources; vertrouwelijke, informele en veilige signaleringsprocedures; de erkenning van de invloed van huiselijk geweld op de arbeidswereld; de betrokkenheid van de sociale partners.
 

Plenair comité - Eeuwfeestverklaring 

De goedkeuring van de Verklaring is het resultaat van jaren voorbereiding. In 2013 had de Directeur-generaal, Guy Ryder, het initiatief gelanceerd in verband met de toekomst van de arbeid. In 2016 had de FOD een eerste seminarie met drie partijen over de toekomst van de arbeid georganiseerd. Recenter, op 7 mei 2019, heeft onze FOD een eeuwfeestconferentie georganiseerd over de toekomst van de arbeid die bestond uit een internationaal debat en een debat met de Belgische sociale partners. Deze debatten waren gebaseerd op het verslag van de Wereldcommissie over de toekomst van het werk gepubliceerd in januari 2019.
De Eeuwfeestverklaring plaveit de weg naar een toekomst van de arbeid waar de mens centraal staat. Zij legt de nadruk op de noodzaak om de capaciteiten van iedereen te versterken om de mogelijkheden te benutten die worden geboden door een arbeidswereld in verandering, om de arbeidsinstellingen te versterken om te zorgen voor een passende bescherming van alle werknemers, en om een aanhoudende, inclusieve en duurzame groei en waardig werk voor iedereen te bevorderen.
Enkele van de specifieke actiedomeinen: 
 

  • De concretisering van de gendergelijkheid in kansen en behandeling;
  • Een efficiënt systeem voor levenslang leren en kwaliteitsvol onderwijs voor iedereen;
  • De universele toegang tot volledige en duurzame sociale bescherming;
  • Respect voor fundamentele rechten van werknemers;
  • Een gepast minimumloon;
  • De beperking van de arbeidsduur;
  • Veiligheid en gezondheid op het werk;
  • Beleid dat waardig werk promoot en productiviteit aanzwengelt
  • Beleid en maatregelen die het mogelijk maken om te zorgen voor een passende bescherming van het privéleven en van de persoonlijke gegevens, om de uitdagingen aan te gaan en om de kansen te grijpen in de arbeidswereld die voortvloeien uit de transformaties die gepaard gaan met de digitale technologieën, onder meer de arbeid via platformen.

België was vertegenwoordigd in het comité door Tom Bevers (AFDIRS) en heeft tijdens de lange besprekingen het idee ondersteund dat het eeuwfeest de gelegenheid moest zijn om de vroegere verwezenlijkingen van de Organisatie te vieren en zich met optimisme naar de toekomst te richten. Wij hebben de nadruk gelegd op de klimaatverandering, de vermindering van informele arbeid en de realisatie van de gendergelijkheid als enkele van de uitdagingen die moeten worden aangegaan en die duidelijk moeten worden onderstreept in het document. De aandacht werd ook gevestigd op andere elementen: de rol van de technologie van morgen ten dienste van waardig werk en van de duurzame ondernemingen; de normatieve rol van de IAO; de tripartiete aanpak waarbij een beroep wordt gedaan op de sociale dialoog en op de collectieve onderhandeling, meer bepaald in het kader van de arbeidsmarkten "zonder grenzen", zoals de bevoorradingsketens of de platformeconomie; het recht op levenslang leren en sociale bescherming; de bescherming tegen geweld en discriminatie op het werk.
Samen met de andere landen van de EU heeft België sterk gepleit opdat veiligheid en gezondheid op het werk zou worden erkend als fundamenteel recht, maar wat dit betreft werd geen definitieve beslissing genomen.
Een resolutie gaat samen met de Verklaring om te zorgen voor een opvolging van de uitvoering ervan door de raad van bestuur.

Commissie van de toepassing van de normen

Deze commissie komt elk jaar bijeen en is een centraal orgaan van het controlemechanisme van de normen van de IAO. 24 gevallen van landen worden onderzocht in verband met problemen inzake toepassing van de conventies die zij hebben bekrachtigd. 
In dit eeuwfeestjaar was het belangrijk te herinneren aan het grondwettelijk mandaat van de IAO en haar normatieve functie. België, in de commissie vertegenwoordigd door Elise Lizin (AFDIRS), heeft het woord genomen in die zin door erop te wijzen dat het aannemen van de internationale arbeidsnormen, de bevordering van de bekrachtiging ervan en het toezicht op de toepassing ervan één van de fundamentele opdrachten van de IAO is sinds de oprichting ervan. De normen zijn erop gericht om waardig werk te waarborgen en om rechtvaardige spelregels te creëren om eerlijke concurrentie tussen de landen te waarborgen. België heeft een oproep gedaan om zich naar de toekomst te richten en om na te denken over de wereld waarin wij willen evolueren. Een van de grootste uitdagingen zal erin bestaan om ervoor te zorgen dat de IAO over een corpus beschikt van internationale arbeidsnormen dat stevig, duidelijk omschreven, actueel en pertinent is, onder meer door de aanpassing van de bestaande normen of het creëren van nieuwe normen die het mogelijk maken om een antwoord te bieden op de veranderingen in de arbeidswereld. De invoering van een doeltreffend controlesysteem dat als norm geldt zal even cruciaal zijn. Tenslotte heeft België, als 3de Lidstaat die het grootste aantal conventies van de IAO heeft bekrachtigd, de aandacht gevestigd op de werklast die toekomt aan de Staten inzake voorstelling van de rapporten en heeft gevraagd om zich te buigen over de vereenvoudiging van het rapporteringssysteem. 
In verband met de onderzochte landen hadden 19 gevallen te maken met fundamentele conventies waarvan 10 over de vakbondsvrijheid en de collectieve onderhandeling, 5 over kinderarbeid, 2 over dwangarbeid en 2 over discriminatie. Geen enkel land van de Europese Unie stond op deze lijst. De Europese Unie heeft talloze verklaringen opgemaakt over de betrokken landen, waaraan België actief heeft bijgedragen. 

 

Zitting van Hoog niveau

Z.M. Koning Filip, vergezeld door de heer Kris Peeters, vice-eersteminister, heeft zich tot de Internationale Arbeidsconferentie gericht en heeft de bepalende rol van de IAO onderstreept om de Staten aan te moedigen om "zich concreet in te zetten voor meer sociale rechtvaardigheid en om te investeren in de mens".
"Door de gezamenlijke invloed van de technologische veranderingen en van de dringende noodzaak om ons milieu te beschermen, gaan de arbeidsvormen diepgaand moeten evolueren. Het klassieke groeimodel heeft zijn grenzen bereikt en iets radicaal nieuws zal in de plaats ervan moeten komen", heeft hij aan de afgevaardigden gezegd en om te besluiten: "De sociale vooruitgang van het verleden zal moeten worden verdedigd tegen de nieuwe vormen van economische logica. Het inclusief driepartijenmodel en de sociale dialoog zal moeten worden beschermd en gestimuleerd. Zij zijn tegelijk stabiliserende factoren en immense troeven om de overgang beter te beheren". Er werd aangekondigd dat België binnenkort het protocol zal kunnen bekrachtigen over dwangarbeid. 

Delegatie IAC