Erkenningsprocedure voor externe diensten voor preventie en bescherming op het werk

Een aanvraag tot erkenning of tot hernieuwing van de erkenning wordt gericht tot de Minister.

Bij een eerste erkenningsaanvraag dienen de volgende documenten en inlichtingen te worden gevoegd:

  • een organigram betreffende de structuur van de dienst en de lijst van personen werkzaam in de dienst;
  • een kopie van de erkenning verleend door de bevoegde overheid aan de afdeling belast met het medisch toezicht;
  • naam en voornaam van de persoon belast met de leiding van de dienst, zijn kwalificaties en beroepservaring;
  • naam en voornaam van de preventieadviseur belast met de leiding van de afdeling belast met risicobeheersing en zijn kwalificaties;
  • naam en voornaam van de preventieadviseur-arbeidsarts belast met de leiding van de afdeling belast met het medisch toezicht en zijn kwalificaties;
  • naam en voornaam van de andere preventieadviseurs, evenals hun kwalificaties en, in voorkomend geval, hun beroepservaring;
  • de verklaring waarbij de externe dienst zich ertoe verbindt de principes van integrale kwaliteitszorg toe te passen of een afschrift van het certificaat uitgereikt volgens de norm NBN EN ISO 9001;
  • een inventaris van de materiële middelen.

Een aanvraag tot hernieuwing van de erkenning dient uiterlijk één jaar voor het verstrijken van de termijn van de lopende erkenning te worden ingediend. In dat geval dient de externe dienst enkel deze documenten en inlichtingen te bezorgen die zijn gewijzigd ten opzichte van de vorige erkenningstermijn. De dienst dient daarnaast een financieel verslag en een verslag over de organisatie en de werking van de externe dienst tijdens de afgelopen erkenningstermijn te bezorgen.

De Minister of de administratie kan alle andere relevante inlichtingen of documenten vragen die hij nodig acht.

Als de erkenningsaanvraag volledig is, wordt deze onderzocht door de met het toezicht belaste ambtenaar die een onderzoek ter plaatse verricht en een verslag opstelt.

Het dossier en het verslag worden voorgelegd aan de sociale partners die zetelen in de Vaste Operationele Commissie van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk die een advies aan de Minister bezorgt.

Het is de Minister die beslist om de erkenning al dan niet toe te kennen. In het algemeen bedraagt de erkenningstermijn vijf jaar.

 

Laatst aangepast: 18/06/2024

Help ons te verbeteren         

 

Logo Your Europe and EU flag This website is part of an EU quality network