Vruchtbare samenwerking met de OESO

Gepubliceerd op

-

2019

De FOD Werkgelegenheid werkt sinds vele jaren intensief samen met de OESO, maar 2019 was een uitzonderlijk vruchtbaar jaar.  Met verschillende rapporten en specifieke analyses droegen we samen bij aan een betere kennis van de Belgische arbeidsmarkt, om zo toekomstige beleidskeuzes te informeren. 

De publicaties en indicatoren van de OESO hebben traditioneel een groot gewicht in het publiek debat, en ook de FOD kon er al vaak uit putten om achtergrondinformatie te geven bij socio-economische evoluties. De OESO, in de pers wel eens de “studiedienst van de industrielanden” genoemd, heeft het grote voordeel dat ze op een ruim netwerk in zijn lidstaten kan rekenen. Daar maakt ook de FOD Werkgelegenheid deel van uit, aangezien we België vertegenwoordigen in verschillende comités en werkgroepen. Het jaar 2019 was de samenwerking met de OESO nog intensiever dan gebruikelijk, wat onder meer resulteerde – en nog zal resulteren – in diverse analyses die specifiek de België situatie onder de loep nemen.

Aanwezig op de vaste afspraken

De FOD Werkgelegenheid nam naar goede gewoonte met veel enthousiasme deel aan het proces om input te leveren aan het tweejaarlijkse economisch landenonderzoek van België door de OESO. In maart en september 2019 vonden de werkbezoeken van de OESO plaats, en in oktober vertegenwoordigden Guy Van Gyes, directeur-generaal van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen en Ann Coenen, attaché bij de Directie van de studies en statistiek van de FOD Werkgelegenheid tijdens de ondervraging en de ‘drafting sessie’ op de Parijse zetel van de OESO in Parijs. De editie 2019 bevatte een uitgebreider hoofdstuk over de arbeidsmarkt dan voorgaande edities, en bovendien nog twee ‘background papers’ met aanvullende analyses (‘Identifying and addressing employment barriers in Belgium and Norway’ en ‘Designing fair and work-oriented unemployment benefits: The case of Belgium’).

Ook aan de jaarlijkse “Employment Outlook” droeg de FOD Werkgelegenheid bij. De editie 2019 werd geheel gewijd aan de “Future of Work”, waarmee de OESO ook zorgde voor een eigen input in het IAO-debat. De werkgroep van OESO-lidstaten en sociale partners die Outlook bespreekt wordt overigens sinds 2019 voorgezeten door Tom Bevers van onze FOD, terwijl Ann Coenen er de Belgische stem vertolkt.

Een onmisbare coördinerende rol

Frédéric Poupinel van de Afdeling Internationale Betrekkingen en Socio - economische Studies bleef de Belgische vertegenwoordiger in het Internationaal Migratiesecretariaat van de OESO. In 2019 zat hij daarom in twee werkgroepen: de Werkgroep Migratie en de Deskundigengroep Internationale Migratie, die als belangrijkste taak had een bijdrage te leveren aan het jaarlijkse rapport “International Migration Outlook” en de twee speciale hoofdstukken daarvan (een over de bijdrage van tijdelijke migratie aan de arbeidsmarkt in OESO-landen en de andere over de langetermijneffecten van de aanwezigheid van gezinsleden op de integratie). Gezien de institutionele versnippering van de te behandelen vaardigheden voor het thema internationale migratie, speelt de FOD Werkgelegenheid een onmisbare coördinerende rol voor de OESO en heeft ze niet geaarzeld om haar partnerschap met Myria voor bepaalde kerntaken verder te zetten. In 2019, een nieuw voorbeeld van multilaterale coördinatie, nam de FOD Werkgelegenheid, met de steun van de FOD Buitenlandse Zaken, deel aan de vertegenwoordiging van België op het eerste Ministerieel Forum van de OESO over migratie (in januari 2020). Tijdens dit evenement heeft de FOD Werkgelegenheid ook gewerkt en van de gelegenheid gebruik gemaakt om de aandacht te vestigen op een vereniging (Duo for a job) die actief is op het gebied van de arbeidsmarktintegratie van jongeren van buitenlandse origine.

Productiviteit, werkloosheid en kortgeschoolden

Naast voorgaande regelmatige publicaties, verscheen in 2019 ook de OESO Productivity Review over België, die op vraag van minister van Werk, Kris Peeters via het budget van onze FOD werd gerealiseerd. De FOD Werkgelegenheid was vertegenwoordigd tijdens de vergaderingen met experten van verschillende instellingen en leverde input voor de analyse en de aanbevelingen. Het rapport werd in juli 2019 door Secretaris-Generaal Gurría van de OESO in aanwezigheid van de minister van Werk Wouter Beke voorgesteld, en kon op grote belangstelling rekenen. Het werd in de loop van 2019 zelfs voorgesteld als mogelijke “basis voor een regeerakkoord” tijdens de – weliswaar niet succesvolle – regeringsonderhandelingen.

In het kader van de OESO Jobs Strategy besloot de FOD ook om de OESO te vragen om de hervorming van het werkloosheidsuitkeringsstelsel in België in 2012 grondig te evalueren. Dat was in 2019 nog niet mogelijk, omdat de OESO geen toegang had tot Belgische administratieve data. Het afgelopen jaar werkte de Dienst Socio-economische studiën daarom nauw samen met de OESO om een dataset te creëren die een dergelijke evaluatie mogelijk moet maken. Dat zou in de eerste helft van 2021 moeten resulteren in een evaluatie die de hervorming in 2012 documenteert en een uitgebreide discussie over verschillende hervormingsvoorstellen biedt.

De OESO begon in 2019 ook in opdracht van de FOD Werkgelegenheid aan een rapport over de toekomst van werk voor kortgeschoolden in België. Ook hier leverden we de nodige ondersteuning bij het identificeren van de onderzoeksvragen en het creëren van de dataset. Het resultaat zal eind 2020 beschikbaar zijn en kan de beleidsmakers een beter inzicht geven in de uitdagingen die in het verschiet liggen om gerichte actie te kunnen ondernemen.

Tot slot ondersteunde de FOD Werkgelegenheid de OESO bij een vergelijkende studie naar de rol van bedrijven in groeiende inkomensongelijkheid in OESO-landen. Door werknemers in bedrijven te bestuderen kan de link tussen inkomensongelijkheid van werknemers en groeiende verschillen in productiviteit tussen bedrijven gemaakt worden. Het is de eerste vergelijkende studie die de rol van bedrijven in loonsongelijkheid in kaart brengt. Dit is noodzakelijk om de invloed van macro-trends (bijvoorbeeld globalisering en digitalisering) en de beleidscontext (regulering en werknemersvertegenwoordiging) te analyseren, en draagt bij tot de studie van ongelijkheid in België en de lage productiviteitsgroei.