Psychosociale risico’s op het werk : aanpassingen op het vlak van de bescherming tegen represailles

Gepubliceerd op

-

2023

Door middel van de wet van 7 april 2023 werden wijzigingen aangebracht in zowel de Welzijnswet van 4 augustus 1996 als in de drie federale antidiscriminatiewetten (de Genderwet, de Antiracismewet en de Antidiscriminatiewet).

Ook in titel 3 van boek I van de codex over het welzijn op het werk, dat betrekking heeft op de psychosociale risico’s op het werk, werden wijzigingen aangebracht.

Context voor de nieuwe regelgeving

Aanleiding hiervoor was onder meer een uitspraak van het Europees Hof van Justitie (de zaak “Hakelbracht”) waarin werd geoordeeld dat het wettelijke beschermingssysteem zoals voorzien in de federale antidiscriminatiewetten ontoereikend was omdat het niet voldeed aan de verplichtingen opgelegd door de Europese richtlijnen.

In deze wetten werden enkel die getuigen beschermd die in het kader van een officiële klacht een schriftelijke getuigenverklaring hebben afgelegd. Volgens het Hof beoogt de richtlijn echter de bescherming van werknemers die de beschermde persoon hebben verdedigd of in zijn voordeel hebben getuigd, en dit zowel formeel als informeel.

Om hieraan te voldoen, werd het toepassingsgebied van de beschermde personen in de drie federale antidiscriminatiewetten uitgebreid en werden de formele vereisten geschrapt.

Aangezien de Welzijnswet ook van toepassing op is discriminatoire gedragingen - met name geweld en pesterijen die verband houden met een discriminatiegrond (zoals nationale of etnische afstamming, geslacht, handicap, leeftijd, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, seksuele geaardheid, …) of ongewenst seksueel gedrag op het werk – moest deze wet eveneens worden aangepast om te voldoen aan het arrest van het Hof van Justitie. Door middel van een koninklijk besluit tot wijziging van titel 3 van boek I van de codex over het welzijn op het werk werd uitvoering gegeven aan deze aanpassingen.

Bescherming tegen represailles: nieuwigheden

Er werd in de Welzijnswet een onderscheid ingevoerd naar gelang de aangekaarte feiten verband houden met een discriminatiegrond of niet:

  • Voor werknemers die stappen ondernemen voor feiten van geweld of pesterijen die verband houden met een discriminatiegrond, of voor feiten van ongewenst seksueel gedrag op het werk, verwijst de welzijnswet voortaan naar de toepassing van de bescherming tegen represailles van de antidiscriminatiewetgeving. Dit garandeert dat alle gediscrimineerde personen op dezelfde manier worden beschermd.
  • Voor werknemers die menen slachtoffer te zijn van geweld of pesterijen die geen verband houden met een discriminatiegrond blijft de bescherming tegen represailles, zoals geregeld in de Welzijnswet, van toepassing.

Het startpunt van de bescherming werd aangepast en is niet langer het moment waarop het formele verzoek tot interventie of de klacht in ontvangst wordt genomen. De bescherming vangt voortaan aan van zodra de werkgever kennisneemt van de ondernomen actie, of er redelijkerwijze kennis van had kunnen hebben.

Ook de omvang van de bescherming werd verduidelijkt: het ontslag of elke andere nadelige maatregel die verband houdt met de actie van de werknemer of de inhoud van de feiten die door middel van zijn actie worden aangekaart, is nu uitdrukkelijk verboden.

De getuigen die door de Welzijnswet beschermd worden en die door de preventieadviseur psychosociale aspecten worden gehoord, kunnen voortaan weigeren dat de werkgever over hun bescherming wordt ingelicht.

De preventieadviseur psychosociale aspecten moet de werkgever vanaf nu informeren over de aard van de feiten waarvan de werknemer in zijn formeel verzoek melding maakt (geweld of pesterijen op het werk die al dan niet verband houden met een discriminatiegrond of ongewenst seksueel gedrag op het werk).

De Welzijnswet voorziet ten slotte uitdrukkelijk dat de bescherming tegen represailles uitgesloten is in geval van misbruik van de procedures en dat het mogelijk is de schadevergoeding voor geweld en pesterijen te cumuleren met de schadevergoeding wegens de niet-naleving van de bescherming tegen represailles.

In de codex over het welzijn op het werk werd een wijziging aangebracht aan het document waarmee een verzoek tot formele psychosociale interventie voor feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk kan worden ingediend: de werknemer heeft nu de mogelijk om eventueel een beschrijving op te nemen van het verband tussen de feiten die hij aankaart en een discriminatiegrond. Het verzoek hoeft bovendien niet langer via aangetekende brief of persoonlijk bij de preventieadviseur psychosociale aspecten te worden ingediend.