In 2019 heeft de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen 1583 collectieve arbeidsovereenkomsten geregistreerd. Een record. Maar achter dit cijfer schuilt het werk van een ganse administratie en een goed gerodeerde procedure die van cao’s bindende regels maakt. Enkele toelichtingen.
De sectorale collectieve arbeidsovereenkomst
Sociaal overleg is geen doel op zich, maar een middel om op een collectieve en onderhandelde wijze afspraken en regels te maken over werk. Een basiskenmerk van dit Belgische sociale overleg in de privé-sector is dat erkende werkgeversorganisaties en vakbonden samenkomen in officieel opgerichte paritaire comités onder voorzitterschap van een sociaal bemiddelaar – een ambtenaar die behoort tot de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen. Paritaire comités zijn groepen van sociale partners, samengesteld uit een gelijk aantal vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties. Zij vergaderen samen op sectoraal niveau.
Eén van de belangrijkste doelstellingen is dat deze paritaire comités trachten collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s) af te sluiten die regels en voorwaarden opleggen over de wijze waarop iemand kan worden tewerkgesteld in een sector (bv. de bouw of de gezondheidssector). De inhoud van zulke cao’s komt aldus bovenop wat al eventueel door de wet is geregeld. Zo bepalen sectorcao’s voor de meeste werknemers in de Belgische privé-sector wat ze minimum moeten verdienen. Hiervoor bestaan sectorale functieclassificaties, loonbarema’s, een indexeringsformule hoe lonen aan inflatie worden aangepast en worden tweejaarlijks afspraken gemaakt over toekomstige loonstijgingen. Opdat deze afgesproken cao-regels zulke bindende rol of dwingende kracht kunnen hebben, moeten ze evenwel aan een aantal criteria beantwoorden en gaan ze door een administratief proces. Aan het eind van dat proces worden ze algemeen bindend verklaard voor alle werkgevers en werknemers die werken in de sector waarop de cao van toepassing is. Dit gebeurt via een koninklijk besluit, ondertekend door de Koning en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Na deze algemeen bindend verklaring is een werkgever, of hij nu al dan niet lid is van de werkgeversorganisatie die de cao heeft ondertekend, dus geacht de regels en afspraken van deze cao toe te passen voor al zijn werknemers. Deze laatsten moeten daarvoor ook geen lid zijn van een vakbond die de cao heeft ondertekend.
Wettelijk – zoals beschreven in de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en paritaire comités – moet daarbij het afgesloten akkoord eerst erkend worden als. Vervolgens moeten een aantal controles worden uitgevoerd, alvorens de Minister van Werk zijn akkoord geeft aan de genoemde algemeenbindendverklaring. Tot slot wordt de Koning verzocht hierover het officiële koninklijk besluit te nemen. De Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen verzorgt in dit proces de nodige administratieve handelingen en controles. Bij de onderhandelingen over de cao in het paritair comité spelen de genoemde voorzitters reeds een eventuele bemiddelende rol.
Collectieve arbeidsovereenkomsten die worden afgesloten voor een sector (bv. bouw, chemie, horeca, …) in een paritair comité of in een paritair subcomité moeten, om het wettelijk statuut van cao te krijgen, eerst worden neergelegd bij de Griffie van de genoemde Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen.
Externe wettigheidscontrole of controle van de vormelijke geldigheidsvereisten
De griffie gaat na of de sectorale cao vormelijk in orde is, dit wil zeggen zoals de wet van ’68 voorschrijft. We noemen dit de externe wettigheidscontrole.
Naast een aantal algemeen geldigheidsvereisten uit het burgerlijk recht (handelingsbekwaamheid van de partijen, geldige toestemming, voorwerp van de overeenkomst, …) zijn er in de voormelde wet nog een aantal bijzondere geldigheidsvereisten, met name :
- de cao moet schriftelijk zijn opgesteld ;
- de cao moet opgesteld worden in de juiste taal (meestal twee talen, Nederlands en Frans) ;
- de cao moet ondertekend zijn ;
- de cao moet een aantal verplichte vermeldingen bevatten, zoals de benaming van de organisaties die de cao sluiten, de benaming van het paritair orgaan, de identiteit van de personen die de cao sluiten, het toepassingsgebied van de cao, de geldigheidsduur van de cao, de datum van inwerkingtreding van de cao, de datum waarop de cao wordt gesloten, de originele handtekening van de personen die tot ondertekening bevoegd zijn, het ondernemingsnummer of de ondernemingsnummers voor overeenkomsten gesloten voor een onderneming en de datum en het registratienummer van de voorheen neergelegde cao arbeidsovereenkomst.
Wanneer de cao voldoet aan de voormelde geldigheidsvereisten, wordt deze geregistreerd. De medewerkers van de griffie kijken dus de cao na op deze vereisten; zorgen er samen met de voorzitter en secretaris van een paritair comité voor dat mogelijke fouten door de ondertekende partijen worden gecorrigeerd. Vervolgens registreren ze de basisinformatie over deze cao in een computerbestand, en organiseren ze de zorgvuldige bewaring van het originele document. Per onderhandelingsperiode van twee jaar gaat het gemiddeld om meer dan 2000 van zulke documenten die door de handen van deze dossierbeheerders passeren (zie figuur voor de aantallen per jaar). Een werk dat met de nodige nauwkeurigheid en waakzaamheid moet gebeuren. Belangrijk: nadat dit proces is afgewerkt kan ook iedereen deze cao consulteren op de website van de FOD Werkgelegenheid (cao zoeken). De griffie zorgt er ook voor dat van deze registratie een ‘bericht van neerlegging’ wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.
De registratie van een sectorale cao is een substantiële vormvereiste volgens de genoemde wet van ‘68. Wat wil dit zeggen? Het afgesloten akkoord krijgt enkel en alleen de titel van cao, zoals voorzien in deze wet, als deze registratie met de opgelegde criteria succesvol is afgerond.Wordt de cao niet neergelegd of wordt de registratie ervan geweigerd, dan heeft de cao niet de door deze wet voorziene rechtsgevolgen.
De interne wettigheidscontrole of de controle op de naleving van hogere rechtsnormen
Voor een cao waarvoor door de partijen de algemeen verbindend verklaring wordt gevraagd, d.w.z. dat de cao verplicht toepasselijk is ten aanzien van alle werkgevers die behoren tot het bevoegdheidsgebied van het paritair comité of de sector, is het administratieve controle- en beslissingsproces dan evenwel nog helemaal niet afgelopen.
De algemeenverbindendverklaring gebeurt via een koninklijk besluit waarbij de cao in bijlage wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Aangezien door de algemeenverbindendverklaring de Koning als het ware attesteert dat de cao geldig en wettig is, wordt eerst een marginale inhoudelijke wettigheidscontrole op de sectorale cao uitgevoerd. Het woord “marginale controle” betekent dat deze controle zich uitstrekt tot kennelijk onwettige bepalingen. Deze controle wordt uitgevoerd door gespecialiseerde juristen van de Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen, vooraleer de cao aan de Koning en de minister wordt voorgelegd.
Indien een cao kennelijk onwettige bepalingen bevat, wordt de procedure tot algemeen verbindend verklaring tijdelijk “on hold” gezet. De administratie communiceert, in een soort interne procedure, haar bevindingen aan de voorzitter van het betrokken paritair comité en geeft dit comité de gelegenheid om acties te ondernemen om aan de vastgestelde onwettigheid te remediëren. Mogelijke oplossingen voor een vastgestelde onwettigheid zijn: de bewuste bepaling uit de cao schrappen en een nieuwe wijzigende cao sluiten, de algemeenverbindendverklaring laten intrekken, … Indien uiteindelijk het paritair comité niet tegemoet komt of wil komen aan de bezwaren van de administratie, dan wordt de bewuste cao naar de minister doorgestuurd. Deze heeft de mogelijkheid om, in voorkomend geval, de algemeenverbindendverklaring niet aan de Koning voor te stellen. Indien de minister dit doet, zal de cao bijgevolg niet algemeen verbindend verklaard kunnen worden. In deze fase van de procedure is het wel nog steeds mogelijk dat het paritair comité zijn cao alsnog aanpast, om de algemeenverbindendverklaring van deze cao toch te bekomen.
Voorbeelden van kennelijke onwettigheden in sectorale cao’s zijn:
- een cao die ongeoorloofde ongelijke behandelingen (discriminaties) instelt tussen mannelijk en vrouwelijke werknemers inzake arbeidsvoorwaarden;
- een cao die een arbeidsduur instelt die strijdig is met het maximum toegelaten arbeidsduur per week;
- …
Na dit juristenwerk en eventueel revisiewerk in het paritair comité is het terug de beurt aan een reeks administratieve medewerkers van de AD Collectieve Arbeidsbetrekkingen om er voor te zorgen dat minister en Koning netjes hun handtekening zetten en dat bij documenten die beantwoorden aan het vereiste format (taal, lettertype, lay-out van het Staatsblad). Teksten worden immers niet standaard aangeleverd, maar moeten wel op een geüniformiseerde wijze worden aangeboden aan de diensten van het Belgisch Staatsblad en de Koning. Dit vereist enerzijds opnieuw minutieuze behandeling van bladzijden tekst en anderzijds de nodige coördinatie en opvolging zodat deze duizenden pagina’s aan cao’s op een correcte manier worden gepubliceerd en dit binnen een aanvaardbare tijdspanne van 6 à 12 maanden. Hiervoor zorgen de Cel KB) en een kleine groep van “dactylo’s” of tekstbehandelaars.
Na de nodige postbehandelingen en een ommetje via beleidscel van de minister en het Paleis, volgt eindelijk de stempel ”approved”. In 2019 ging het hierbij om een record aantal van 1583 cao’s die op deze wijze werden neergelegd. 1335 KB’s werden gefinaliseerdt, nadat ze dus door de vele betrokken handen van de AD Collectieve Arbeidsbetrekkingen gingen.
Aantal geregistreerde sectorcao’s 2012-2019
jaar | Totaal |
2012 | 655 |
2013 | 853 |
2014 | 1176 |
2015 | 1084 |
2016 | 1108 |
2017 | 1505 |
2018 | 720 |
2019 | 1583 |
2019 was inderdaad een recordjaar.
Totaal per periode van interprofessioneel akkoord:
- 2013-2014 : 2029
- 2015-2016 : 2192
- 2017-2018 : 2225
- 2019-2020 : 2323