Vergrendelprocedure voor installaties en uitrustingen

Inleiding

Het gebeurt dat stilgelegde arbeidsmiddelen waarop ingrepen of werkzaamheden moeten worden uitgevoerd, aan de oorsprong liggen van arbeidsongevallen, vaak met ernstige gevolgen. Deze ongevallen zijn te wijten aan het contact van één of meerdere werknemers met onder druk staande vloeistoffen (hydraulisch, stoom, gevaarlijke chemische stoffen, ...) of mechanische onderdelen die onverwacht bewegen (elektrische lading, zwaartekracht, restenergie…). In de meeste gevallen denkt de werknemer dat hij/zij veilig is, maar als “de vergrendeling” onvolledig is, blijft de kans op een ernstig ongeval groot.

Deze nota (PDF, 313.65 KB) beschrijft de maatregelen die de werkgever moet nemen op het vlak van vergrendeling om de veiligheid van de werknemers te waarborgen tijdens interventies op arbeidsmiddelen die voor de volledige duur van de interventie moeten worden stilgelegd. Deze maatregelen vloeien voort uit de toepassing van de reglementaire bepalingen opgelegd door de codex over het welzijn op het werk. Elke werkgever is dus verplicht ze toe te passen.

Reglementaire context

De maatregelen die elke werkgever moet toepassen op het vlak van het vergrendelen van arbeidsmiddelen vloeien voort uit de toepassing van de volgende reglementaire bepalingen.

Codex over het welzijn op het werk en verplichtingen inzake vergrendeling:

Uit de verschillende artikelen van de codex die hieronder worden opgesomd, kunnen de volgende verplichtingen worden afgeleid.

Artikel IV.2-3 van de codex legt aan de werkgever de verplichting op om de nodige maatregelen te treffen opdat in geval van herstelling, ombouwen, in goede staat houden of onderhoud van arbeidsmiddelen, de betrokken werknemers daartoe een specifieke bekwaamheid bezitten.

Op grond van artikel IV.2-5 van de codex moet de werkgever ervoor zorgen dat er voor elke installatie, machine of gemechaniseerd werktuig de nodige schriftelijke instructies bestaan voor hun inspectie en hun onderhoud. De inlichtingen betreffende de veiligheidstoestellen worden gevoegd bij die instructies.

Wat het vergrendelen van arbeidsmiddelen betreft, dient de werkgever ervoor te zorgen dat een vergrendelprocedure wordt opgesteld met schriftelijke instructies voor de inspectie en het onderhoud van arbeidsmiddelen. In deze procedure moeten de verschillende taken van de betrokken werknemers worden beschreven.

Voorts blijkt uit een gecombineerde lezing van de artikelen IV.2-6 en IV.2-12 van de codex met onder meer bijlage 1.6 van Richtlijn 2006/42/EG betreffende machines (machinerichtlijn) dat de toepassing van een doeltreffende vergrendelprocedure vereist dat de werkgever arbeidsmiddelen bestelt en ter beschikking stelt van de werknemers waarvan het ontwerp de invoering van een vergrendelprocedure daadwerkelijk mogelijk maakt. De werkgever moet er dus op toezien dat de arbeidsmiddelen die ter beschikking van de werknemers worden gesteld, zijn uitgerust met inrichtingen waarmee kan worden voldaan aan de onderhoudseisen die voortvloeien uit de machinerichtlijn en die inzonderheid worden opgelegd in punt 1.6 van bijlage I bij de machinerichtlijn. Indien de toepassing van de in de machinerichtlijn voorgeschreven eisen niet volstaat om alle risico's te dekken, moeten deze bovendien worden aangevuld met de in de punten 3.14 tot en met 3.16 van bijlage IV.2-2 van de codex bedoelde algemene minimumvoorschriften die op arbeidsmiddelen van toepassing zijn.

Eisen die van toepassing zijn tijdens een vergrendelprocedure

De werkgever is verplicht de nodige maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat elke ingreep (reiniging, onderhoud, actie op het product, …) op het arbeidsmiddel wordt voorafgegaan door een volledige vergrendeling van het arbeidsmiddel. Een gedeeltelijke vergrendeling mag alleen gebeuren indien dit geen risico voor personen oplevert. 

Bij de vergrendeling moet rekening worden gehouden met de verschillende aanwezige energieën (elektrische, hydraulische, pneumatische, gravitatie, mechanische en andere) en gevaarlijke vloeistoffen. De identificatie van de energieën en vloeistoffen is het resultaat van een voorafgaande analyse van de risico's die verbonden zijn aan de op het arbeidsmiddel uit te voeren handeling.

Een vergrendelprocedure heeft tot doel de veiligheid van de werknemers die aan arbeidsmiddelen werken zoveel mogelijk te waarborgen, door gebruik te maken van de middelen die de fabrikant voor een dergelijke procedure heeft voorzien.

Om te voldoen aan de hierboven beschreven wettelijke bepalingen, moet een vergrendelprocedure specifiek zijn voor een arbeidsmiddel en worden ontwikkeld op basis van de hieronder beschreven volgorde van handelingen.

De preventieadviseur wordt uiteraard geraadpleegd bij de uitwerking van deze procedure.

De uitvoering van de verschillende punten van de opeenvolgende handelingen wordt toevertrouwd aan de betrokken werknemers, die nauwkeurige schriftelijke instructies ontvangen over de hun toevertrouwde taken.

De betrokken werknemers zijn de werknemers aan wie men de volgende functies heeft toegewezen:

  • Installatieverantwoordelijke
    Een door de werkgever aangewezen persoon die verantwoordelijk is voor het vergrendelen en het ontgrendelen van een arbeidsmiddel en voor het bezorgen van de daaraan verbonden attesten. Hij/zij kan zo nodig de vergrendeling- of ontgrendelingverrichtingen laten uitvoeren door werknemers die onder zijn verantwoordelijkheid vallen.
     
  • Vergrendelverantwoordelijke
    Een door de werkgever aangewezen persoon die verantwoordelijk is voor het daadwerkelijk leiden van de handelingen. In die hoedanigheid moet hij/zij toezien op de juiste toepassing van de maatregelen inzake veiligheid. Het is aan deze persoon dat de voor het vergrendelen en ontgrendelen verantwoordelijke perso(o)n(en) het verloop ervan rapporteert (rapporteren). Het is deze persoon die aan de uitvoerders de toelating verleent om te beginnen met het uitvoeren van de handelingen. Het is ook deze persoon die de toestemming geeft om het ontgrendelen te starten.
  • Uitvoerders
    Werknemers die belast zijn met de uitvoering van onderhoudswerkzaamheden.

Volgens de Administratie moet de vergrendel- en ontgrendelprocedure, die voortvloeit uit de toepassing van de hoger geciteerde reglementaire bepalingen, gebaseerd zijn op de volgende volgorde van algemene handelingen. Specifieke aanpassingen zijn nodig naar gelang elke individuele situatie.

  1. Identificatie
    Het met zekerheid identificeren van het te vergrendelen arbeidsmiddel (en de te onderbreken energieën), zodat de interventies of werkzaamheden naar behoren kunnen worden uitgevoerd op dit arbeidsmiddel (of een deel daarvan) en niet op een ander.
     
  2. Afsluiten en scheiden
    Actie op één of meer inrichtingen waarmee de energie- en vloeistofbronnen kunnen worden afgesloten en het arbeidsmiddel van zijn energie- of vloeistofbron(nen) wordt gescheiden.
     
  3. Vergrendelen
    De afscheiding zodanig vergrendelen zodat zij niet kan worden verwijderd zonder de bewuste handeling van een daartoe bevoegd persoon. Dit wordt gewoonlijk bereikt door een vergrendeling met materiële apparatuur die moeilijk te neutraliseren is.
     
  4. Eliminatie of blokkering
    Eliminatie van potentiële en restenergie en/of evacuatie van vloeistoffen (met ontsmetting, neutralisatie...). Als eliminatie niet mogelijk is, kan gebruik worden gemaakt van blokkering of inperking van de energie.
     
  5. Verificatie
    Verificatie van de daadwerkelijke afwezigheid van energie of vloeistof, met inbegrip van gevaarlijke restenergie.
     
  6. Signalisatie
    Fysieke aanduiding van de toestand van het arbeidsmiddel (of deel ervan) dat is vergrendeld en de identificatie mogelijk maken van de persoon die deze vergrendeling heeft verricht.
     
  7. Uitvoeren van de werkzaamheden
     
  8. Hervatting van de activiteit na ontgrendeling

Indien tijdens de interventie op het arbeidsmiddel de persoon belast met het vergrendelen en ontgrendelen moet worden vervangen, moet het ontgrendelen van de installatie mogelijk zijn, wanneer dit nodig is.

Evenzo moet bij vervanging van de persoon die belast is met het vergrendelen en ontgrendelen de zekerheid bestaan dat de installatie vergrendeld blijft en dit zo lang als nodig is.

De vergrendelverantwoordelijke gaat slechts over tot ontgrendelen van de installatie wanneer de interventies op de uitrusting zijn beëindigd.

De werkgever moet de nodige middelen aanwenden om ervoor te zorgen dat er geen personen die werken uitvoeren aanwezig zijn op of bij het arbeidsmiddel wanneer de vergrendelverantwoordelijke het ontgrendelen aanvat.

Alleen personen die daartoe door de werkgever zijn gemachtigd, kunnen als vergrendelverantwoordelijke worden aangewezen. Daartoe moet(en) de vergrendelverantwoordelijke(n) vooraf een specifieke theoretische en praktische opleiding hebben gekregen, met name over de risico's en de analyse daarvan, de organisatie en de technische voorzieningen die zijn getroffen om de werkzaamheden in alle veiligheid uit te voeren.